Literatuur
- Lenferink, Marieke, De winkelpui: het visitekaartje van Utrecht. Inventarisatie van historische winkelpuien in de stad Utrecht. Cultuurhistorische rapportage. Utrecht (Gemeente Utrecht), 2009 [38 blz. ISBN -]. Hierin in bijlage 4 'Bijzondere en beschermenswaardige winkelpuien': "Drieharingstraat 9": blz. 33.
- Santen, Bettina van, "De familie Staffhorst, van vele markten thuis". In: Oud-Utrecht (tijdschrift voor geschiedenis van stad en provincie Utrecht) [ISSN 1380.7137], [jrg 85], [12-] 2012, blz. 172-177 (Matthias Staffhorst kwam in 1750 uit Dissen (D) naar Amsterdam. Zijn kleinzoon Adrianus Johan Gotlieb Staffhorst verhuisde naar Utrecht, waar hij op den duur een aantal café's bezat. Zijn zoon Johan Franciscus Coenraad opende in 1861 een slijterij in Oudegracht 47 [ten onrechte hier als Oudegracht 140 aangeduid, dat is het Weerdzijde-nummer - jp1212]. Deze werd ook na zijn dood voortgezet werd, onder meer als wijnhandel, ook op andere adressen. Naast deze branche kwam vanaf 1937 een tak 'van de muziek' in de famlie: Harry Staffhorst vestigde een muziekwinkel in Drieharingstraat 5, later uitgebreid met Drieharingstraat 7 en Drieharingstraat 9 (1963: de 'speciaalzaak' met naast grammofoonplaten ook apparatuur) en een deel van Vredenburg 3. Daarna volgden nieuwe vestigingen, binnen en buiten Utrecht. In de Rozenstraat werden muziekinstrumenten verkocht, later met het magazijn in 'de Korenschoof' (Kaatstraat) en dankzij compensatie voor de sloop van deze laatste, verplaatst naar de parkeergarage Paardenveld. In 1989 kocht Staffhorst 'Pand Vinke' (Vredenburg 40). Momenteel is van het concern alleen nog de winkel in de parkeergarage over)